Computers hebben een korte levensverwachting. Bedrijven vervangen ze standaard meestal na drie jaar, de garantie van de fabrikanten is alleen zo lang als je stevig bijbetaalt bij aankoop, en na die drie jaar is elke dag dat zo'n ding het nog doet blijkbaar meegenomen. De ontwikkelingen volgen elkaar zo snel op dat een beetje trendvolger zijn elektronische gadgets ook bij lange na geen drie jaar meer gebruikt. Gaat je 'oude' computer na meer dan drie jaar stuk, dan koop je een nieuwe - een widescreen laptop met ofwel een naar een groot roofdier vernoemde versie van MacOS, of Windows 7.
Ik werk dagelijks op een inmiddels zeven jaar oude laptop, een IBM Thinkpad die nog echt ontworpen is door Big Blue voordat die zijn pc-divisie overdeed aan het Chinese Lenovo. In 2004 was het een duur ding, slank, met een titanium-versterkte kast, een fantastisch Nederlandstalig toetsenbord met extra accent-toetsen en een aangenaam scherp, mat scherm waarin ik niet zoals bij veel hedendaagse laptops de hele dag naar mijn eigen spiegelbeeld zit te kijken. Tweeënhalf jaar na aankoop raakte het moederbord defect (waarschijnlijk door iets te veelvuldige blootstelling aan onweer) en herstelde IBM France in verbazend korte tijd kosteloos mijn in Nederland gekochte machine, dankzij de verlengde garantie. Daarna is hij op mijn bureau in een docking station blijven zitten, aangesloten op allerhande randapparatuur. Ondanks de belachelijk grote hoeveelheid programma's die ik erop heb geïnstalleerd in de loop der jaren hoef ik hem maar hoogst zelden te herstarten; Windows XP Pro blokkeert vrijwel nooit en 's avonds gaat-ie in slaapstand om de volgende ochtend weer in een paar tellen wakker te worden als ik hem openklap. Ik ben gehecht aan mijn oude Thinkpad met zijn hier en daar wat gladgesleten toetsen, zoals ik gehecht ben aan mijn oude VW-bus met zijn afgebroken raamslinger en lekkende zonnedak.
Maar laatst ging er iets stuk. De ventilator die mijn laptop koel houdt begon krijsend lawaai te maken en de Thinkpad meldde 'Fan failure', waarna hij met vlagen weigerde te blijven draaien. En de gemoedelijke monteur die mijn bus onderhoudt heeft geen verstand van laptops. Voor oude computers bestaan er geen dorpsgarages op het Franse platteland.
OK, na zeven jaar en meer dan veertigduizend draaiuren is het geen wonder dat je PC het opgeeft. Dan koop je toch een nieuwe? Maar dankzij de crisis moet ik als freelancer op de kleintjes letten. Tweeduizend keiharde euro's is een hoop geld.
Dus ben ik wat gaan zoeken op het internet. Een nieuwe ventilator bleek via eBay te koop voor maar 25 euro inclusief verzendkosten, en het onderhoudshandboek voor de Thinkpad was eenvoudig te vinden. Een setje basisgereedschap voor simpele computerreparaties had ik nog uit de tijd van de grote lawaaiïge computerkasten.
Een dikke week later zat ik aan de eettafel als beginnend laptopmonteur mijn Thinkpad uit elkaar te halen. Accu eruit, harddisk eruit, toetsenbord eraf, palmsteun eraf. Een schoteltje vol schroefjes van diverse afmetingen.
Allerhande stekkertjes los. Nog drie schroeven en de ventilator met zijn warmtegeleidende koperen plaat kon voorzichtig van de processor worden gewipt.
Daarna alles schoongeblazen met speciaal drijfgas. Tien minuten later zat de nieuwe fan op zijn plek, met verse warmtegeleidende pasta op de processor geplakt (die pasta koop je ook via eBay, in kleine injectiespuitjes). In omgekeerde volgorde de boel weer in elkaar gezet.
De hele klus kostte ongeveer een uur, op mijn gemak met het handboek ernaast. Een geroutineerde computertechneut doet het twee keer zo snel, en de Thinkpad maakt het je makkelijk doordat onderop de kast elke schroef vergezeld gaat van een symbool dat aangeeft welk onderdeel je aan het los-of vastschroeven bent, en welke maat schroef het betreft.
Mijn krasse oude Thinkpad zit nu weer in zijn 'dok' en draait zonder morren. Zelfs wat minder lawaaiïg en minder warm dan voorheen. En ik voel me een echte computerreparateur.
Foxconn
Tijdens zo'n reparatie vallen je dingen op. Zo bleek de Intel-processor in een houder te zitten met het opschrift 'foxconn' - de beruchte Chinese mega-fabriek van electronica waar de werknemers in groten getale zelfmoord plegen vanwege de abonimabele werkomstandigheden die veel weg hebben van slavenarbeid. Ook mijn Thinkpad, of op zijn minst het in 2007 vervangen moederbord, is dus daar gemaakt door onderbetaalde en slecht behandelde arbeiders - net als de meeste andere gadgets die we hier kopen, zelfs al staat er een 'topmerk' op - zoals een iPhone of iPad...