Op donderdag 16 mei was ik onderweg per Thalys van Nederland naar mijn woonstek in Frankrijk. Twee dagen eerder had ik voor de twaalfde keer genoten van een
PINC-conferentie, de door wijlen Peter van Lindonk bedachte ideeëndouche die vagelijk is afgeleid van TED maar veel inspirerender en verrassender. Als bezoeker van PINC ga je aan het einde van de dag weg uit theaterhotel Figi in Zeist met een hoofd vol ideeën, waarvan er velen pas later komen opborrelen. Je laat je betoveren, al is het maar door een dertienjarig jongetje dat na drie jaar pianoles de hele zaal platkrijgt met een stukje Brahms en een eigen compositie... En ik heb hartelijk gelachen om de bedenker van de 'Corduroy Appreciation Club', om maar iets te noemen.
De Thalys is een hogesnelheidstrein, maar wordt regelmatig geplaagd door vertragingen. Ditmaal verloren we 70 minuten doordat onverlaten een paar honderd kilo koperleiding hadden gejat van de HSL-spoorbaan net ten zuiden van Antwerpen. Op zo'n moment krijgt de Nederlands-Franse supertrein geen voorrang op de gewone tracé's van onze zuiderburen en is het dus sukkelen om de oost via Leuven om Brussel te bereiken, en lang wachten voor er weer ruimte is in de planning om op volle snelheid naar Parijs te racen.
Een volle dag in de trein heen en een volle dag in de trein terug voor een bliksembezoek van twee dagen aan Nederland, waarvan een dag zittend in een theaterzaal, is eigenlijk te gek. Maar deze veertiende PINC was een bedekte hommage aan de recent overleden
Peter van Lindonk, die ik al heel lang kende, dus ik vond dat ik erbij moest zijn.
In Parijs liep ik dankzij de koperdiefjes de aansluiting op de intercitytrein richting Clermont-Ferrand op drie minuten mis. De Auvergne en sommige andere rurale regio's worden door de Franse spoorwegen niet belangrijk genoeg gevonden om hun treinen te laten aankomen op en vertrekken van het Gare de Lyon, dat via een RER-snelmetro direct is verbonden met het Gare du Nord. Wij hillbillies uit La France Profonde moeten het doen met het Gare de Bercy, waarvoor je vanuit het Gare de Lyon nog een eindje verder moet met een ordinaire metro, die uitkomt op straat een paar honderd meter van de stationsingang. Dat scheelt net die paar minuten, en dus mis je je aansluiting ondanks alle gehol door metrostations.
Van de SNCF kreeg ik gelukkig gratis een vervangend kaartje voor de volgende trein, want ik had een stempel plus handtekening van de Thalys-treinmanager op mijn ticket. Maar evengoed moest ik twee uur wachten in de doodsaaie 'relaxlounge' bovenin station Bercy.
Daarvandaan belde ik naar huis om te bevestigen hoe laat ik daadwerkelijk zou arriveren, en prompt gooide Nathalie mijn uitzicht op een welverdiende nachtrust het raam uit. “Weet je dat er morgenochtend misschien een kans is om te varen?”
We hadden twee gasten voor een ballonvaart die in ons vakantie-appartement logeerden, maar de vooruitzichten voor de hele week waren zo abonimabel geweest dat zowel zij als wij tot dan geen hoop hadden gehad op een vaart. Half Frankrijk spoelde weg door de aanhoudende regenval en al sinds een week voorspelden alle weerdiensten regen en wind voor de hele vrijdag. Maar daar kwam voor ons stukje Frankrijk plotseling verandering in, zo bleek. Oeps.
Ik groef mijn oude maar trouwe laptopje uit mijn rugzak om in te loggen op de gratis wifi van het station en de gedetailleerde weersvoorspellingen voor de luchtvaart te bekijken. Prompt meldde de inlogsite van SFR Wifi Gares dat de service niet beschikbaar was maar dat ze er hard aan werkten om de boel weer aan de gang te krijgen. Verdorie. Mijn vertraagde aankomst thuis zou pas rond half negen 's avonds zijn en dat is te laat om nog het weer te beoordelen en een ballonvaart te organiseren.
Gelukkig zat er op mijn tweedehands Android-smartfoontje een tot dan amper gebruikt app'je dat het ding kan omtoveren in een miniatuur wifi-hotspot. En dat werkte feilloos. Binnen twee minuten was mijn laptop online via de telefoon in mijn binnenzak. En zag ik dat het speciale luchtvaart-weerdiagram op MeteoBlue voor vrijdagochtend 06:00 UTC (acht uur lokale tijd) heel rustig weer te zien gaf, zij het met snel toenemende bewolking.
Dankzij de grillen van de telefoonmaatschappijen kreeg ik vervolgens onze trouwe volgautochauffeur Michel niet te pakken op zijn mobieltje, en reageerde hij ook niet op de e-mail die ik achterliet. Het telefoonnummer van zijn moeder bij wie hij om de hoek woont gaf 'niet in gebruik'. We bereidden ons er op voor dat Nathalie eventueel in haar uppie de bestelbus zou moeten besturen om de ballon te volgen.
Na de vermoeiende reis nog snel de gasten gewaarschuwd en rond middernacht het vaarplan gemaakt, laadberekeningen, meteo enzovoorts. Vrijdagochtend om vijf uur liep de wekker in mijn mobieltje alweer af, en het eerste dat ik deed nog voor ik opstond was het oproepen van de
weerradar. Een hoop shit boven de Rhônevallei en de Alpen maar droog boven de Auvergne. Misschien lukt het zowaar.
We zitten nog aan de cornflakes als om kwart over zes de oude Fiat van Michel het terrein op komt hobbelen. Breed lachend stommelt hij binnen, vertelt dat hij niet had kunnen slapen en daarom rond vijf uur die ochtend was gaan zitten internetten en mijn e-mail had gezien: “We gaan varen! Rendez-vous om 06:15.” Als ballongek spring je dan meteen in je auto.
Zo valt alles plotseling op zijn plek. Op het startveld blijkt de peilballon de mooiste kant op te gaan, en de mist trekt precies op het juiste moment op. Klokslag half acht is het 'lachez moi', en zweven we boven ons dorp met een magnifiek uitzicht van meer dan honderd kilometer tot ver voorbij de Chaîne des Puys en het massief van de Sancy/Mont Dore. De vallei van de Sioule en het plateau daar direct omheen zijn gehuld in een zee van dikke mist - maar daar blijven wij net ver genoeg vandaan. We dobberen een kwartier later pal over ons huis (de dakpannen liggen allemaal goed) en drijven met een sukkelgangetje naar het westen.
Uit ravijnen stijgen wolken op als de mist begint te verdampen; het is alsof het landschap kookt. De passagiers, een stel jonge ouders uit de Bretagne, gaan uit hun dak. “Overal waar je kijkt is het prachtig!” De borrelende mistbanken geven een magische sfeer aan het toch al zo mooie landschap.
De vaart duurt anderhalf uur. We landen op de laatste druppels brandstof in een moerassig veld vlakbij een kolkende beek, versjouwen de nog opgeblazen ballon naar een iets minder drassig deel van het terrein voor we hem leeg laten lopen. De zon schijnt, de wolken die voor later op de dag buien aankondigen zijn prachtig.
Ons blauwe VW-busje arriveert, door Michel kundig over hobbelige en modderige ezelpaden gestuurd. De rit terug naar de beschaving stuitert over een blubberig karrenspoor met diepe kuilen vol modder die hoog opspat en na aankomst tot aan het dak op de auto zit. Thuis eten we door Nathalie zelfgebakken chocoladetaart en amuseert iedereen zich vervolgens kostelijk tijdens het doopceremonieel voor de nieuwbakken ballonvaarders, inclusief scheerzeepgevecht.
Een betoverende ochtend, een echt avontuur, en wij waren allemaal weer even kind. Peter van Lindonk zou het perfect hebben begrepen.
De Combrailles vanuit de lucht