Wednesday, December 18, 2013

Gasbel begint te barsten


Deze week zag ik een 'expert' op de Franse publieke nieuwszender TV2 nog beweren dat de Franse chemische industrie wordt weggeconcurreerd door de VS omdat daar 'de energie drie keer goedkoper is geworden dankzij schaliegas'. De man zat onzin uit te kramen.

De week daarvoor was bekend geworden dat Shell een monsterproject voor de omzetting van (middels fracking gewonnen) aardgas in vloeibare brandstoffen - een Gas-To-Liquids fabriek - in Louisiana heeft afgeblazen. De fabriek, met een prijskaartje van twintig miljard dollar, zou dagelijks 140.000 vaten ultraschone, zwavelvrije dieselbrandstof , kerosine en benzine moeten gaan fabriceren uit datzelfde aardgas dat volgens zich deskundig noemende economen zo goedkoop zou zijn.

Woordvoerder Wim van de Wiel van Shell - met wie ik twintig jaar geleden nog wel eens placht te lunchen toen we beiden werkten op de afdeling Public Affairs van Shell Nederland - vertelde aan de journalisten van vakblad PetroChem dat bij verdere doorrekening van de plannen voor het immense project was gebleken dat het niet haalbaar was. Een van de belangrijkste redenen is volgens Shell “onzekerheid over de olie- en gasprijzen op de lange termijn”.

Vrij vertaald: die zogenaamde lage gasprijzen in de VS blijven niet zo laag en tegen de tijd dat die kostbare fabriek er staat zijn ze zo hoog geworden - verwacht Shell - dat er dan geen droog brood meer te verdienen is met de technisch ingewikkelde omzetting van aardgas in diesel en aanverwante brandstoffen; die brandstoffen concurreren dan niet met hun tegenhangers die via simpele distillatie uit aardolie worden gewonnen.

Er is tijdelijk een te groot aanbod van aardgas in de VS omdat de schalievelden in korte tijd zijn lekgeprikt door de boorders met goldrush-neigingen. In de laatste tien jaar hebben de olie- en gasboorders in de VS meer nieuwe putten geboord dan er waren geslagen in de hele eeuw ervoor, en dat voor een paar procent van de nationale gasproductie.
Een typische put in een schalieveld produceert een jaar nadat het gas begint te stromen al de helft minder, en is binnen een jaar of vijf, zes niet meer in staat om meer dan een paar vaten olie of een paar kuub gas per dag te produceren. Dat ligt aan de geologie van de amper poreuze schaliegesteenten: je kunt die plaatselijk wat breken ten koste van een hoop milieu-ellende, grondwatervervuiling, aardbevingen en dergelijke, maar gas of olie die een paar honderd meter verder van de kunstmatige breuken vandaan zit, stroomt niet naar de put. De enige manier om de productie van het veld overeind te houden en de gigantische productedaling van eerder geslagen putten te compenseren, is om een paar honderd meter of een kilometer verderop een nieuwe put te boren. De boorbedrijven zijn zodoende als krankzinnigen aan het proberen om in een grote rush put na put te slaan.


(Boven: schalieveld in Wyoming. Iedere vlek is een verharde boorlocatie met meerdere putten)

Dat gaat op den duur natuurlijk niet goed. De echte insiders die iets afweten van olie- en gaswinning en de geologie van schalie-lagen snappen dat al lang. Een jaar geleden meldde een topman van Exxon al over schalieprojecten: “We are losing our shirts.”. Shell schrapt de plannen voor zijn GTL-fabriek en heeft eerder al zijn projecten gesloten voor 'oil shale' (wat niet hetzelfde is als 'shale oil' - het laatste is 'tight oil' die als olie ligt opgeslagen in weinig poreus schaliegesteente; het eerste is geen olie maar een vettig soort leisteen die ten koste van veel energie moet worden 'gekookt' omdat-ie geologisch gezien nooit het echte stadium van olie heeft bereikt.)

De eerste frackingbedrijven in de VS, zoals Chesapeake, hebben aan de feitelijke productie van olie en gas nog nooit één dollar verdiend - alle velden draaien daar met verlies. Ze hebben vele miljoenen verdiend aan de doorverkoop van boorlicenties - dat wel. Zolang de handelaren in die licenties de jongens van Wall Street weten te blijven wijsmaken dat er miljarden te verdienen zijn met schaliegas of -olie en ze zodoende hun grondhandel kunnen blijven runnen, blijft de bel intact. Maar een bel is het. En zeer binnenkort spat hij uiteen. Vooralsnog geldt, zoals een van de fracking-insiders een paar maanden geleden opmerkte over de doorverkoop van een verliesgevend veld: There is always another sucker.

Een typisch economisch plaatje voor een middelgroot schalieveld is: je investeert in de licenties en de aanleg van boorputten bij elkaar zo'n 20 miljard dollar, en je haalt er uiteindelijk voor 15 miljard dollar aan gas uit. Als je slim bent vind je, zodra je voor een miljard of twee een handvol putten hebt geboord waar in eerste instantie (maar niet voor lang) gas uit komt, een of andere sukkel die zo onder de indruk is dat-ie je grif twintig miljard geeft om je business over te nemen, inclusief dat eerste handjevol putten. Uiteraard worden die miljarden gestort op een fiscaal gunstige offshore-rekening, op een eiland waar jij inmiddels bezig bent een grote villa te bouwen met een aanlegpier voor je megajacht, en veel zonnepanelen voor als de olie en het gas opraken.

Chemische bedrijven die net begonnen zijn met de delocalisatie van activiteiten naar de VS, en daar allerhande nieuwe fabrieken bouwen die moeten gaan draaien op 'goedkoop' aardgas dat moet dienen als energiebron en als grondstof, raken straks ook hun shirts kwijt, want tegen de tijd dat die fabrieken kunnen gaan draaien gaan de gasprijzen weer omhoog.

The emperor has no clothes. 

Shell heeft tenminste zijn ondergoed nog aan weten te houden. Oef. Kunnen ze straks mijn pensioentje nog betalen.