Monday, August 30, 2010

Diecke snapt het niet

Ik kreeg onlangs een spam van iemand die ik niet ken, maar die blijkbaar mijn adres heeft als een van de incidentele deelnemers op een forum over Frankrijk.  Ik moest weer eens een boekje kopen met leuke anecdotes over Frankrijk, van Dick Dijs.  “Diecke” voor autochtone Franse dorpsgenoten die, zo lijkt het als je de voorbeeldstukjes leest op de website van de auteur, op ieder moment van de dag genoeglijk meerdere rouges of pastis' achterover slaan, en zich bij voorkeur verplaatsen in sputterende lelijke eenden die het net volhouden tot het volgende café.

Als de voorbeelden tekenend zijn voor het hele boek zijn rurale Fransen vooral niet echt werkende drankorgels met een baret op en een stokbrood onder de arm.

In werkelijkheid zijn Fransen gewone Europeanen die een huis willen, een familie, een auto, een hond en een flatscreen televisie.  Ze hebben wat meer moeite om sommige van die dingen te betalen dan een Nederlander omdat ze gemiddeld een derde minder salaris verdienen voor hetzelfde soort werk, en de prijzen van kruidenierswaren gemiddeld hoger zijn dan in Holland.  Verder hebben ze aanzienlijk meer verstand van en interesse voor goed eten.  Liever een auto die met plakband bijeen wordt gehouden en een goede maaltijd op tafel, dan omgekeerd.  En ze werken hard, doorgaans zonder koffie- of theepauzes.

Veel Nederlanders lijken dat niet echt te begrijpen; ook niet - of juist niet - als ze 'leuke' boekjes schrijven over hun belevenissen op het Franse platteland.  Het is allemaal zo grappig, zo authentiek, zo sympathiek ietwat achtergebleven.

Mijn Franse schoonfamilie telt een grote variatie aan beroepen.  Een schoonzus heeft een middenkaderbaan bij een grote bank, de andere is grafisch ontwerpster.  Mijn zwager is IT-specialist bij een verzekeringsmaatschappij.  De partners: een kleine aannemer, een patholoog-anatoom en, opnieuw, een IT'er, ditmaal bij Dassault.  In de wat verdere periferie vind je onder meer een accountant, een houtbouwspecialist die bijzondere piano's heeft gebouwd waar Elton John onder meer op heeft gespeeld, een gepensioneerd timmerman die aikido-leraar is, een journaliste, een bosbouwer, een gepensioneerde lerares Duits, een gepensioneerde productiedirecteur van de Perrier-groep, een beroepsmilitair, een basisschool-onderwijzeres... En onze lokale vrienden- en kennisenkring telt onder andere een ex-gevangenbewaarder, een antiquair, een huisschilder, een rubberingenieur van Michelin, een gepensioneerde ploegchef van een staalfabriek, een kanoverhuurder annex broodbakker, een paardenfluisteraar, een kippenboer, een metselaar die aan basejumpen doet, en een vleesvee-fokker.  Zo'n lijstje zou je in Nederland ook kunnen maken in een provinciestadje in de Achterhoek.

Frankrijk is niet exotisch.  Exotisch is als je bij Mongolen in een yurt gaat logeren.  Frankrijk heeft gewoon een overmaatse bureaucratie, net als Nederland; Fransen rijden in gewone auto's, zitten in het ziekenfonds en kijken naar Franstalige versies van Amerikaanse tv-series en veelal door Endemol bedachte spelprogramma's op hun platte tv's. Je betaalt in beide landen gewoon met euro's en je wordt niet gecontroleerd aan de grens. 

In ruraal Frankrijk gaan wonen is eigenlijk niet veel gekker dan vanuit de Randstad verhuizen naar een kleine plaats in Twente.  Je verstaat de taal niet zo goed, er is meer ruimte dan in de Randstad, er zijn koeien, en meer mensen dragen laarzen met klei of stront eraan.  4x4 auto's dienen er om allerhande trailers door de blubber te trekken en niet om mee in de PC Hooft te parkeren.  En de Amsterdamse grachtengordel is ver weg.  Sommigen vinden dat 'primitief' en 'achtergebleven'.

Maar...

De hoofdstad van de zo rurale en dunbevolkte Auvergne, Clermont-Ferrand, had het allereerste vliegveld met een verharde startbaan ter wereld, en was een van eerste Europese steden met elektrische straatverlichting - nog vóór lichtstad Parijs (de energie daarvoor kwam heel CO2-vriendelijk uit een waterkrachtcentrale, die inmiddels al meer dan een eeuw draait). In 1890 (!) hadden ze er al een elektrische tram.
Hier zitten het hoofdkantoor en het grootste onderzoekscentrum van Michelin, die de radiaalband uitvonden, en de moderne opvolger, het Active Wheel, een wiel met ingebouwde elektromotor voor elektrische auto's.  En, toevallig, ook de Citroën 2CV, een van de meest energiezuinige auto's uit de historie.  Uit de Auvergne komen ook uitvindingen als de barometer en de hoogtemeter, de paraplu, de kruiwagen en de superstille tram op luchtbanden.
Hier bevindt zich de grootste super-discotheek van Frankrijk, worden Mirage-straaljagers onderhouden, maakt de metaalindustrie hoogwaardige onderdelen voor Airbussen en Ariane-raketten, bouwt men zonnepanelen, en bedenken jonge ontwerpers wereldveroverende videospellen.  Hermès naait hier zijn superdeluxe damestassen, de boeren fokken prijswinnende vleeskoeien en maken de beste kazen van het land. En zelfs in de kleinste dorpen hebben ze ADSL.

Groen en ruim? Ja. Achtergebleven?  Niet bepaald.



Sunday, August 29, 2010

Kantje boord

Een paar dagen geleden, op 26 augustus, had ik zo'n 'Wet van Murphy' gevalletje.  Een ballonvaart met twee Nederlandse passagiers die op vakantie waren in de Combrailles. Het was een warme augustusdag, dus had ik een oudere - maar goedgekeurde - aluminium gastank meegenomen in plaats van een even grote maar 7 kilo zwaardere dubbeldikke, aan alle Euronormen voor het wegvervoer conformerende roestvrijstalen tank.  Om nog een paar kilo extra gewicht te besparen gebruikte ik geen T-stuk om twee van de drie gastanks in de mand te verbinden met de 'rechter' van de twee branders die mijn ballon rijk is, maar koos ik ervoor om tijdens de vaart van tank te gaan wisselen.  Mijn ballon is klein, en soms telt elke kilo.
Ik vulde mijn tanks de avond tevoren vanuit een ietwat beschaduwd geplaatste bulktank, dus met gas dat niet al te warm was.  Gewoontegetrouw testte ik daarbij alle vers gevulde flessen om zeker te zijn dat de terugslagventielen van de gaskranen goed werkten.  Soms zit de O-ring van zo'n ventiel niet helemaal lekker en moet je de testprocedure (pal indrukken om het ventiel leeg te maken, kraan testen, pal weer indrukken) even herhalen voor er geen gas meer naar buiten komt.  Check en dubbelcheck. Alles functioneerde naar behoren.

De ochtend van de vaart stijg ik op met beide branders aangesloten op een roestvrij stalen tank van 60 liter; de aluminium tank van 40 liter doet dienst als reserve voor de rechter brander.
Warm weer, oude ballon, twee passagiers erin, 800 meter boven zee - het gaat hard met het gas.  Na een kleine 25 minuten passeren we een heuvelrug, waarachter een bebost ravijn, een glooiende iets lagere heuvel en daar weer achter een wat ruimer dal van anderhalve kilometer breed, zo'n 80 meter lager waar ik grote velden weet om in te landen.  Snelheid bij het naderen van het ravijn zo'n 38 km/u volgens de GPS, op 100 meter boven de grond.  De eerste tank staat zowat op 5 procent, ik besluit alvast van tank te wisselen om tijdens het aanvaren voor de landing twee volle tanks aangekoppeld te hebben en niet te worden afgeleid door gedoe met slangen en kranen.
Slang leeggebrand, slang overgezet op de volle aluminium tank, kraan open, brander testen.
Niets.  Geen gas.  Verdorie. 
De koppeling zit er nog niet goed op.  Even extra vastdraaien...
Prompt blaast er luid sissend een wolk witte damp uit de koppeling.  Net wat je als ballonpiloot nooit wilt horen - lekkend vloeibaar propaan in je mand dat in een paar seconden een explosieve gaswolk oplevert, met de waakvlammen van je branders er net boven. Ik had geprobeerd de koppeling extra aan te draaien met de kraan al open, en bij het iets open forceren van het terugslagventiel begon de boel te lekken.
Snel de kraan dicht gedraaid.  Gelukkig geen brand aan boord. Maar een van de twee branders heeft nu geen gastoevoer.

Intussen gaat in mijn hoofd de mentale schakelaar van de noodprocedures om.  Ik kijk meteen naar een zo dichtbij mogelijk gelegen veld om in te landen, en vertel mijn passagiers dat ik de vaart ga afbreken wegens een technisch probleem.  Als je zoiets overkomt is het credo: zo snel mogelijk aan de grond met de ballon, je vaart niet door met een defect.

In plaats van de verderop gelegen brede vallei moet het dan maar een veld op de dichterbij gelegen glooiende heuvel worden, net na de eerste heuvelrug en het ravijn.  Een beetje winderig misschien, een beetje hard en niet eenvoudig als je maar éen brander over hebt terwijl je in turbulente stromingen zit.  Maar liever een harde landing dan brand in de mand of ongecontroleerd neerstorten.
We dalen en komen in een chaotische, turbulente luchtmassa terecht vol rotors en vlagen.  Grote deuken in de ballon, de snelheid daalt in precies anderhalve minuut van 30 km/u naar 5.  Voor een ballon is dat een soort noodstop; het is een grote slappe zak vol lucht die plotseling van een snel voortbewegende luchtlaag in een vrijwel stationaire terecht komt.  Dat betekent in dit geval 25 km/u wind vol in je gezicht en in de ballon, die daardoor wordt ingedrukt en lucht kwijtraakt.  De ene brander die het nog doet op een bijna volle tank heeft er moeite mee om snel genoeg voldoende hitte in de ballon te brengen om hem weer letterlijk bol te blazen. Zodoende dalen we meer dan ik eigenlijk bedoelde, draaien naar rechts, en hangen dan stil, pal boven het beboste ravijn.  Ik stijg een beetje, en krijg nog een zwiep wind naar rechts, waar ik niet heen wil want in die richting zijn nul landingsmogelijkheden, het is allemaal bos en steile hellingen.

Het is nogal een gevecht om de controle te behouden en de keus is: of stijgen door de turbulente grenslaag en met de hoge windsnelheden op hoogte proberen door te varen - maar die wind lijkt te draaien naar een gebied waar het niet lekker landen is - of het ravijn in en hopen dat er daar een zwak stroompje te vinden is naar een open plekje of een naastgelegen veld.  Uiteindelijk drijven we tergend langzaam parallel aan de beek midden in het ravijn naar het westen (voor mij links), vlak boven de bomen. 

Intussen probeer ik nog een keer de dwarsliggende gastank op gang te krijgen. Maar het ventiel van de kraan wil absoluut niet toegeven, ondanks een aanval met een Leatherman. De slangkoppeling wil er ab-so-luut niet op.  Dus ik zet de slang weer terug op de vrijwel lege eerste tank, maar daar zit nog hoogstens voor twee of drie minuten gas in.

In plaats van een rappe landing na dat lekkageprobleem hangen we 20 minuten later nog steeds in de lucht met 30 procent in de enig resterende tank.  Ik maak plannen voor een eventuele landing in de bomen; maar moeder natuur is me uiteindelijk goed gezind en geeft me een heel flauw stroompje naar een open plek waar de ballon net in past.  Na drie kwartier varen, waarvan de helft met één brander en een defecte tank, landen we zachtjes in een klein veld tussen de bomen.  De enige nog bruikbare gastank geeft dan vijftien procent aan, zo'n vijf à zes minuten vaartijd... Oef.

Daarna duurt het natuurlijk een relatieve eeuwigheid voor de volgploeg ons gevonden heeft, want in zo'n ravijn heb je geen radiocontact en doet de mobiele telefoon het evenmin.  Dat hindert niet, we staan intact aan de grond.  Er is zowaar een weggetje vlakbij en we hoeven niet al te ver te sjouwen met de spullen.  Een paar uur later dopen we de twee passagiers in onze achtertuin en plopt de champagnefles open - een geluid dat ik liever hoor dan gesis in de mand...

We hadden ook in de turbulentie ongecontroleerd in de bomen kunnen ploffen, als de kraan van die tank gas was blijven spuiten en ik de waakvlammen uit had moeten zetten.  Zonder branders in de rotors omlaag donderen in een bebost ravijn, dat had op zijn minst botten gebroken, waarschijnlijk erger.  Zoals zo vaak in onze sport liep een gevaarlijke situatie op het nippertje goed af.

Later toonde nadere inspectie aan dat het veiligheidsventiel van die gaskraan in de loop van de nacht  voor de vaart hopeloos geblokkeerd was geraakt.  Er moest grof geweld aan te pas komen om het open te krijgen, en de tank moet nu in reparatie.

Vanochtend maakte ik een mooie ballonvaart voor een Frans bedrijf, met een grotere ballon boven de vulkanische bergketen van de Puy de Dôme.  Toch even de gaskoppelingen extra getest voor het opstijgen...